Meten is weten, en dat geld ook voor het vaccineren van je hond.
Enkel door te meten kan je weten wat nodig is, en niet elke hond heeft dezelfde vaccinatie schema nodig! Maternale antilichamen van parvo blijven soms tot na 16 weken actief, dit wil zeggen dat de vaccins voor parvo niet kunnen aanslagen en je pup dus zeer vatbaar is voor de ziekte, nadat de maternale immuniteit wel afneemt, hoewel je hond hier 3x is voor ingeënt.
Spijtig genoeg zijn nog niet veel dierenartsen vertrouwd hiermee en moeten we opboksen tegen de onwetendheid over titerbepaling “anti-vaccinatie actie” heet (mede gevoed door de fabrikanten van vaccinaties). Niet elke dierenarts volgt bijscholingen en blijft op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. De zoektocht naar een dierenarts die titerbepaling doet kan frustrerend zijn.
Wat is titeren?
Met het titeren van je hond bedoelen we dat er bloed wordt afgenomen bij je hond om te kijken hoeveel antilichamen er aanwezig zijn in het bloed. Als we een mens of dier vaccineren is het de bedoeling dat het immuunsysteem reageert door antilichamen aan te maken. Dat gebeurt niet bij alle vaccinaties.
Bij leptospirose bij de hond worden er heel weinig antilichamen aangemaakt en wordt de bescherming op een andere manier bereikt, namelijk door cellen die de bacterie opruimen. Maar deze vorm van immuniteit is niet te meten.
Bij hondenziekte, parvo en hepatitis is het wel mogelijk om de hoeveelheid antilichamen te meten.
De titerbepaling kan in een laboratorium plaatsvinden. Daarvoor is een hele buis bloed nodig en dan duurt het een paar dagen voordat de uitslag er is. Het kan ook met een sneltest, Vaccicheck of titertest. Dan is er maar een klein druppeltje bloed van je hond nodig en duurt het ongeveer een half uur voordat de uitslag er is.